Bron: Stichting Zeldzame Rassen
Toen de buitenlandse jachthonden nog niet zo in de mode waren als tegenwoordig, werd de Stabijhoun in Friesland veel gebruikt bij de jacht op haar- en veerwild. Men zag hem vooral in de Friese Wouden, in het oosten en zuidoosten van de provincie. Het was de hond van de kleine man. "Bijke", zoals de Stabijhoun in de volksmond werd genoemd, stond hem niet alleen terzijde bij de jacht, maar was hem ook van dienst als hartstochtelijk bunzing- en mollenvanger, als waakhond en zelfs als trekhond. Als jager werd de Stabijhoun helaas verdrongen door de buitenlandse jachthonden, maar als verdelger van mol en bunzing werd en wordt hij nog steeds gewaardeerd.
Over de herkomst van de Stabijhoun is niet veel bekend. Vanaf ongeveer 1800 werden de Friese rassen door verschillende Friese auteurs beschreven (o.a. Waling Dijkstra en Nynke van Hichtum). Afdoende bewijzen ontbreken, maar er wordt wel verondersteld, dat de voorvaderen van de Stabijhoun gezocht moeten worden bij de spanjoel of spaniel, die tijdens de Spaanse bezetting meegekomen was naar het noorden. (In de Italiaanse rassenlijst van de F.C.I. vindt men achter de naam Stabijhoun : Spaniel Olandese).
Deze Spaanse spaniel moet dus in vele landen voor nakomelingschap hebben gezorgd, getuige het aantal rassen, die qua uiterlijk veel gemeen hebben. Zo zijn er behalve de Stabijhoun, de Drentse Patrijshond, het Kooikerhondje, de Heidewachtel, de grote Munsterlander, de Duitse Staande Langhaar, de diverse Britse spaniels en de Franse epagneuls. Allen hebben de lange, meest sluike beharing, de hangende oren, de bevedering aan de achterhand en de tweekleurige vacht, wit met bruine of zwarte platen. Minder vaak ontmoeten we de z.g. schimmel. Daaronder verstaan we het door elkaar voorkomen van gekleurde en witte haren in de witte gebieden bij bonte honden. Bij zwartbonte honden dus zwartschimmel (ook wel blauw-schimmel genoemd), bij bruinbonte honden bruin-schimmel. Overeenkomstige honden vindt men ook op de schilderijen van o.a. Jan Steen, al zijn de afgebeelde honden veelal kleiner van stuk.Maar ook de Stabijhoun zag men in verschillende maten, afhankelijk van de arbeid, die hij moest verrichten.
Als trekhond wilde men een forse hond, maar voor mollenvanger vond men een kleiner formaat handiger, zodat hij eventueel nog in een korfje achter op de fiets meegenomen kon worden. Om allround gebruikshonden te krijgen, werd de Stabijhoun in het verre verleden gekruist met het andere Friese ras, de Wetterhoun. Ook nu ziet men nog de gevolgen hiervan: nog altijd treft men Stabijhounen aan met een licht gekrulde vacht.
Tot kort voor de officiële erkenning door de Raad van Beheer was de Stabijhoun dan ook bijna niet meer in raszuivere toestand aanwezig.
De Stabijhoun behoort tot de Rasgroep 7 STAANDE JACHTHONDEN.